Uit het archief

Klik op de illustraties om ze in groter formaat te zien.

De film Een reis door ’t onmogelijke vertoond in 1906

Illustratie: Advertentie uit De Nieuwe Koerier
Uit De Nieuwe Koerier, 18 januari 1906.

In De Nieuwe Koerier (Roermond) van 18 januari 1906 vonden wij een interessante advertentie, die ons aanleiding gaf ons af te vragen hoe de beginfase van de bioscoop verliep in Nederland. In deze advertentie wordt een bioscoopvoorstelling aangekondigd, waarvan het programma o.a. dertien korte filmpjes vermeldt. Hieronder is de film Een reis door ’t onmogelijke naar de reizen van Jules Verne. Deze film van de Franse pionier van trucagefilms Georges Méliès was op dat moment nog geen twee jaar oud. De vermeldingen bij deze film Komisch! en Enorm Lachsucces! laten zien dat er vroeger anders over deze film gedacht werd dan tegenwoordig. De advertentie geeft aanleiding tot een aantal vragen: waren er in die tijd eigenlijk al bioscopen? Wat was “The Electro Royal American Bioscope Company”? Hoezo toernee?

Ontwikkeling van de bioscoop

In 1894 ontwikkelde Edison de eerste filmcamera en projector, de kinetoscoop. Dit was een kijkdoos, waarbij slechts één persoon tegelijk de bewegende beelden kon zien. Nog in hetzelfde jaar kwam deze ook naar Amsterdam. Ieder die het filmpje van 20 seconden zien wilde, moest f 0,10 betalen. Hoewel deze al spoedig werd overvleugeld door de filmprojectie die door meerdere mensen tegelijk kon worden bekeken, bleef de kinetoscoop tot rond 1900 aanwezig op Nederlandse kermissen.

In 1895 worden de eerste bewegende filmbeelden geprojecteerd in Berlijn, waar de Gebrs. Max & Emil Skladanowski een 15 minuten durend programma vertonen onder de benaming Das Bioskop. Amper twee maanden later doen de Gebrs. Auguste en Louis Lumière in Parijs hetzelfde. Ook hier vertoont binnen drie maanden een assistent van de Gebroeders Lumière deze filmpjes in Amsterdam. De voorstelling duurde een half uur, de entreeprijs met f 0,50 voor die tijd ongekend hoog!!

De eerste Nederlandse bioscoopexploitant was Christiaan Slieker (1861–1945). Deze Friese kermisexploitant trad met zijn cinematograph vanaf 1896 op kermissen in steden en dorpen op. Hij had op de wereldtentoonstelling van Amsterdam in 1895 een kinetograph gezien en kocht zo’n apparaat in Berlijn voor het astronomische bedrag van 4800 DM. Het eerste optreden met zijn Grand Theatre Edison was op de kermis van Leeuwarden in 1896. Hierna volgden voorstellingen in andere plaatsen. Geleidelijk volgden ook andere exploitanten in zijn voetsporen. Tot ca 1910 worden films vertoond door reizende bioscopen, die aanvankelijk alleen optreden in cafés, op jaarmarkten en kermissen, maar gaandeweg ook overgaan tot het gebruik van filmtenten en het huren van zalen en zaaltjes. De lengte van de vertoonde films was in die tijd maximaal 30 m. Per avond werden 8–10 filmpjes vertoond.

The Electro Royal American Bioscope Company was een te Rotterdam gevestigde rondreizende bioscoopexploitatiefirma, onder leiding van dhr. F.P.J. Goeman, tevens exploitant van de Tivoli-wintertuin aldaar. Hij trad behalve in Roermond op 18–22 januari 1906 ook o.a. op in Utrecht (12–15 oktober 1905), Nijmegen (16–23 september 1905) en Zwolle (2–9 december 1905).

Daags na de openingsvoorstelling van 18 januari 1906 stond de volgende recensie in De Nieuwe Koerier:

Bioscope.

In de Harmoniezaal worden dezer dagen weder Kinematografische voorstellingen gegeven. Thans door de Electro Royal American Bioscope Company, die ook een vorig jaar reeds de bewondering onzer stadgenooten wekte. Nu beschikt de directie over geheel nieuwe projecties. Vrijdagavond werd de eerste voorstelling gegeven. Jammer dat de zaal zoo slecht was bezet.

Het genieten van de groote lichtbeelden werd niet belemmerd door een blinderend flikkeren, zooals maar al te vaak voorkomt. Ook was voor de grootste afwisseling zorg gedragen. Luimige stukken, die de toeschouwers deed schateren van het lachen werden door hoogst ernstige tafereelen afgewisseld.

De explicaties van den heer Louis Hartlooper, die zich vroeger op het tooneel bewogen heeft, verhoogde den indruk, evenals het verdienstvolle pianospel. Ook de films, waarin het oog werd geboeid door prachtvolle kleurschakeeringen, voldeden zeer, getuigen de blijken van bewondering en applaus na elk nummer.

Eene bijzondere vermelding verdient wel de film welke een aanschouwelijk beeld geeft van Beyerleyn’s roman “Taptoe”, waarover voor eenigen tijd in de “G.S.”eene tooneelvoorstelling werd gegeven.

Op de website www.utrechtproject.nl wordt onder Bioscoopgeschiedenis een overzicht gegeven van alle bekende ca. 40 reizende bioscopen, die in de periode 1896–1914 in Utrecht actief waren, met de namen van exploitanten en locaties van optreden. Hierbij valt op dat ook het Leger des Heils al in 1905 een eigen Bioscope Brigade had.

Op 6 oktober 1906 vertoonde de Gala Exploitatie Hommerson et Fils films in een tent in ZaltBommel tegenover Café De Rock. In bijgevoegde afbeelding wordt Vernes naam kennelijk als lokkertje gebruikt. Het is in ieder geval niet bekend of de hiermee aangeprezen film werkelijk gebaseerd is geweest op 20.000 mijlen onder zee.

Illustratie: Advertentie uit de Zalt-Bommelsche Courant
Uit de Zalt-Bommelsche Courant, 6 oktober 1906.

Bronnen:

Zie:Terug naar overzicht “Uit het archief”